Bij dit kaartenspel kan je extra punten krijgen door de kaarten die je omdraait. Het gaat als volgt. De trainer zet de mensen op sterkte tegen elkaar. Iedere speler krijgt, op zijn kop, willekeurig 3 kaarten (3 t/m 6 + joker) op de tafel. De spelers draaien de eerste kaart om maar laat deze niet zien aan tegenstander. Het getal op de kaart zijn bonuspunten.

De trainer deelt de spelers in op sterkte. Beide spelers gooien met een dobbelsteen, dit is het aantal punten dat je moet halen. Zo kan het dus zijn dat iemand 3 gooit en dus maar 3 punten hoeft te scoren om te winnen. Maar de tegenstander kan ook zomaar 1 gooien en dus al heeft gewonnen met 1 punt.

Het team stoelen spel heeft veel weg van het normale stoelen spel. De trainer verdeeld de speler in 2 teams. Ook zitten er van ieder team 1 of 2 spelers op de bank. De wedstrijd wordt gespeeld tot een bepaald aantal punten bijv gewoon 11. Zodra de wedstrijd is afgelopen gaat de winnaar naar de kant en geeft door dat hij 1 punt voor het team heeft gehaald.

Twee a drie kinderen zitten aan de kant. De anderen spelen een partijtje tot een bepaald aantal punten. De wedstrijd wordt verder gespeeld zoals een normale wedstrijd. Zodra een van de twee spelers bij het aantal te behalen punten is blijft deze staan. Dit is namelijk de winnaard. De verliezer gaat naar de kant en geeft zijn behaalde punten door.

Bij het opschuifspel speel je potjes tot wie de eerste bij de 11 pnt is. Die roept dan heel hard “Stop!”. Daarna schuiven de winnaars een tafel op naar links en de verliezers een tafel naar rechts. De speler op de meest linker tafel de heeft gewonnen blijft staan. De speler op de meest rechter tafel die heeft verloren blijft ook staan.

Bij het kegels mikken spel moet je goed samen werken. Beide spelers moeten goed kunnen mikken. Zowel de speler die de bal aanspeelt als de speler die vervolgens de kegel er probeerd af te slaan.