Bij het opschuifspel speel je potjes tot wie de eerste bij de 11 pnt is. Die roept dan heel hard “Stop!”. Daarna schuiven de winnaars een tafel op naar links en de verliezers een tafel naar rechts. De speler op de meest linker tafel de heeft gewonnen blijft staan. De speler op de meest rechter tafel die heeft verloren blijft ook staan.

Op deze manier zullen na verloop spelers van gelijke sterkte steeds vaker tegen elkaar komen te spelen. Zeker als ze aan elkaar gewaagd zijn is het niet weten wanneer het spel wordt beeindigd een extra factor. Als je voorstaat haal je rust je bal maar sta je achter ren je achter de bal aan om zo snel mogelijk het spel weer te hervatten.

Variant

In plaat van te spelen tot de 11 punten kan je ook ze laten spelen tot bijv. 7 punten. Je moet dan wel ook zorgen dat ze om het punt gaan serveren.